Vandaag was de opdracht om ons meer te gaan verdiepen in 1 VVE programma. Ik heb hierbij gekozen voor de VVE Uk en Puk. Ik heb hiervoor gekozen, omdat ze deze op mijn stage ook gebruiken. En het is altijd makkelijk om er dan meer informatie over op te zoeken.
We moesten voor de opdracht 4 vragen verzinnen, waar we nog echt informatie over wilden hebben over de VVE methoden die je gekozen had.
Zie de vragen en de antwoorden hieronder:
Vraag 1: Aan welke kenmerken moet een VVE
programma voldoen om ervoor te zorgen dat het ook effect heeft?
-
Het programma moet een begeleidingsmethodiek hebben. Dus het is
belangrijk dat er een handelingsplan bij zit. Zodat iedereen precies weet hoe
hij/zij de opdrachten uit kan voeren. - Het moet gericht zijn op sociaal emotioneel en/of taalontwikkeling. Het is dus belangrijk om met de spraak bezig te zijn.
- Dat er een doorlopend programma, in samenwerking met de basisschool is. Dus dat je ook echt al gaat kijken naar de opdrachten die ze op de basisschool moeten doen in groep 1/2.
- Ook is het voor de kinderen belangrijk om gestructureerd te werken. Dus dat de kinderen weten hoe het dagritme eruit ziet.
Vraag 2: Hoeveel dagdelen moeten kinderen op een
voorschool zijn om ervoor te zorgen dat VVE ook effect heeft op hun
ontwikkeling?
Ongeveer 3 dagdelen. De meeste peuterspeelzalen hanteren een minimum van
2 dagdelen. Voor bij kinderen met een voorschool-indicatie (bijvoorbeeld
wanneer ze nog geen Nederlands spreken) kan budget worden aangevraagd bij de
gemeente zodat het kind 4 dagdelen naar de voorschool kan.
Vraag 3: hoeveel en welke thema’s heeft Uk en Puk?
Uk
en Puk heeft 10 verschillende thema’s, zoals:1. Welkom Puk!
2. Wat heb jij aan vandaag?
3. Eet smakelijk
4. Dit ben ik!
5. Reuzen en kabouters
6. Regen
7. Hatsjoe!
8. Knuffels
9. Oef, wat warm!
10. Ik en mijn familie
En voor de peuters die bijna naar het basisonderwijs gaan, is er nog een thema ‘Ik ben bijna 4’. Hierin wordt het kind voorbereid op de overgang naar het basisonderwijs.
Bij mij op stage koppelen ze verschillende thema’s met de onderwerpen carnaval, pasen, herfst enz.
Bijvoorbeeld wat heb je aan vandaag, koppelen ze met de carnaval. Met de herfst koppelen ze het thema reuzen en kabouters. In de zomer koppelen ze vaak het thema oef, wat heb ik het warm.
Bij het basisonderwijs wordt eigenlijk alleen de ontwikkeling van het kind doorgegeven. Dit wil dus zeggen dat dit niet gaat via de VVE methode van Uk en Puk. Maar via een observatiemethode van het kinderdagverblijf.
Als die observatie is ingevuld, gaat een pedagogisch medewerker in gesprek met een leraar. Dit doen ze om de ontwikkelingen te bespreken, en dan ook eventuele uitleg erbij te geven.
Ik
heb bij mij op stage nagevraagd hoe dat ging. En bij mij op stage gaat dat ook
zo. Ze vullen de ontwikkelingen van het kind in via de KIJK methoden. Dit is
een observatie methode die ze gebruiken op het kinderdagverblijf, maar ook op
de basisscholen in Oss in groep 1/2.
De
ontwikkelingen kunnen ze natuurlijk wel zien door middel van de Uk en Puk
methoden. Dus met die activiteiten kunnen ze wel zien hoe de kinderen het doen
met de ontwikkelen, en of ze er in vooruit gaan. Maar dit moeten ze dan wel
invullen in de KIJK methoden, willen ze het overbrengen naar de basisschool.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten